Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], uw [15]bondgenoten hebben u tot aan de landpale [16]uitgeleid; uw vredegenoten hebben u bedrogen, zij hebben u [17]overmocht; [18][die] uw brood [eten] [19]zullen [20]een gezwel onder u zetten, er is geen verstand in hem. 15. Hebr. lieden, of mannen van uw verbond; alzo in het volgende: lieden van uwen vrede; dat is, met wie gij vrede hadt. Zie Ps.41:10; Jes.41:11,12; Jer.20:10, en Jer.38:22 met de aantekening. 16. Bewijzende uwen gezanten grote eer, alsof zij het getrouwelijk met u meenden en uwe zaken wilden behartigen, maar zij hebben u [gelijk volgt] bedrogen; of, zij zijn met u opgetogen ten strijde, maar hebben u aan de landpale verlaten. Anders: hebben u uitgedreven, dat is, hel;pen uitstoten, zijnde van vrienden vijanden geworden. 17. Met hun bedriegelijke aanrading; verg. Jer.38:22. 18. Verg. Ps.41:10. Hebr. [uit het voorgaande] [lieden, of mannen] van uw brood; dat is, uwe gasten, uw gemeenzaamste vrienden. 19. Hier en in het volgende blijkt dat dit ene profetie is van het toekomende, hoewel in het voorgaande gesproken is in den verleden tijd, naar der profeten wijze, vermits de zekerheid der zaak. 20. Gelijk schalken of vijanden heimelijk iets verbergen ter plaatse, waar iemand gewoon is te zitten, liggen, staan, gaan, of verkeren, omhem buiten zijn weten te kwetesen, verwonden en in het verdriet te brengen. Hierdoor kan men verstaan enig verraad, of bedriegelijke handelingen tot verwarring van hunnen staat. Anders aldus: Zij hebben uw brood [tot] een gezwel onder u gezet; dta is, uwe maaltijden, met welke gij hen ontvangen hebt, hebben zij tot uw verderf gekeerd. 21. Te weten, in Edom. Anders: waarvan [gij] geen verstand [zult hebben]. En dienvolgens zult dij daarvan niet kunnen genezen worden, of daartegen voorzien, hoe kloek gij ook meent te wezen; uw verstand zal u te dien tijde benomen zijn, gelijk in het volgende vers gezegd wordt.